Ondersteuning van leerlingen

In deze sectie beschrijven we hoe we zicht houden op de ontwikkeling van onze leerlingen. Voor het grootste deel van de leerlingen is de basisondersteuning voldoende. Hoe wij de basis- en extra ondersteuning vormgeven en met welke partners wij samenwerken om dit te kunnen bieden staat vervolgens beschreven.

Je kan alles als je de passie, de motivatie de focus en de ondersteuning hebt

Zicht op onze leerlingen

Wij verzamelen vanaf aanmelding van een leerling informatie over de kennis, vaardigheden en welbevinden van onze leerlingen. Het verzamelen van (toets)informatie gebeurt voor de kennisgebieden taal en rekenen met behulp van de volgende toetsen: 

1. De Cito-toets wordt tweemaal per jaar afgenomen, in januari/februari en in juni. Deze toetst de vorderingen op het gebied van rekenen/wiskunde, spelling, technisch lezen en begrijpend lezen. 

2. De methodetoetsen voor rekenen (Getal en Ruimte junior) en spelling (Staal!) worden na elk blok afgenomen.

Wij vergelijken de informatie vervolgens met de verwachte ontwikkeling van de leerling. Dit stelt ons als school in staat om het onderwijs af te stemmen op de onderwijsbehoeften van zowel groepen als individuele leerlingen. Onze school waarborgt daarmee voor leerlingen de ononderbroken ontwikkeling en voortgang daarin en heeft daarbij oog voor de bevordering van gelijke kansen. 

Naast de toetsen op het gebied van rekenen en taal, meten wij ook twee keer per jaar het sociaal-emotionele welbevinden van onze leerlingen. Monitoring is een instrument om het veiligheidsbeleid van onze school te versterken. Door het gebruik van (onder andere) de monitor sociale veiligheid, worden wij in staat gesteld om de signalen van onveiligheidsgevoelens of onveilig (pest)gedrag, bij leerlingen en personeel op te merken. Het doel van monitoring is dat wij bijtijds signaleren wanneer leerlingen zich niet veilig voelen en zo nodig maatregelen kunnen nemen tot verbetering. Op basis van de uitkomsten van de monitor kunnen wij ons gevoerde beleid rondom sociale veiligheid evalueren en waar nodig bijstellen. De vragenlijst die het sociaal-emotioneel welbevinden van leerlingen onderzoekt (Zien!/Kindbegrip) wordt twee keer per jaar ingevuld. De leerlingen en leerkrachten van groep 5 t/m 8 vullen de vragenlijsten (zelf) in. De vragenlijsten van leerlingen uit groep 3 en 4 worden enkel door de leerkrachten ingevuld. Voor het vastleggen van (toets)informatie maken wij gebruik van het leerling- en onderwijsvolgsysteem ParnasSys.

Sinds halverwege het schooljaar 2021-2022 gebruiken wij MijnRapportfolio als middel om onderwijsvorderingen te delen met de ouders. Hierin verzamelen wij gegevens (harde en zachte data) en presenteren deze op zo’n wijze dat ze een representatief beeld geven van de ontwikkelingen van de leerling. Deze dient ter informatie aan de ouders en als aanleiding tot het voeren van gesprek.

Basisondersteuning

Een belangrijk deel van de basisondersteuning is het formuleren van duidelijke kaders voor de kwaliteit van onderwijs. Om dit concept werkbaar te houden beschrijven wij eenvoudige, heldere grenzen. Deze zijn als gedragsregels geformuleerd; zo willen wij dat wij handelen. Door het creëren van een veilig pedagogisch klimaat, goed klassenmanagement, pedagogisch en didactisch vakmanschap, activerende instructievormen en effectieve leertijd worden gunstige randvoorwaarden geschapen voor leren. Als we het goed doen, groeit een kind tijdens de schoolperiode naar groter bewustzijn. Als we het goed doen ontstaat er meer ruimte voor groei naar eigenheid. Onze school schept in eerste instantie de voorwaarden en helpt in het ontwikkelen van een begrip hierover. Kernbegrippen hierin zijn erkenning en waardering. Niet iedereen is gelijk, niet iedereen is hetzelfde. Wel is iedereen gelijkwaardig. Deze uitgangspunten zijn natuurlijk van belang als het gaat over de basisondersteuning die wij kunnen bieden binnen de Schoolwerkplaats. In deze basis liggen overtuigingen dat er voor de leerlingen;

–        Ruimte is voor experimenteren
–        Ruimte om fouten te maken
–        Ruimte om opnieuw te kiezen
–        Reflectie te maken op keuzes 

Door deze overtuigingen is er een brede basis voor leerlingen aan ondersteuning; ze mogen experimenteren en fouten maken. De leerkrachten zijn handelingsbekwaam, kunnen adequaat inspelen op uiteenlopende signalen en behoeften van leerlingen en weten in de lessen differentiatie toe te passen, zodat leerlingen met verschillende leerstijlen binnen een bepaald onderwijsniveau tot leren kunnen komen. Wij geloven dat elke leerling binnen onze school zich moet kunnen ontwikkelen naar zijn of haar potentie. Om dit te realiseren, is kwalitatief goed onderwijs nodig. Voor leerlingen die een extra ondersteuningsvraag hebben, moet er een passend antwoord zijn. Passend onderwijs dus, dat een concrete uitwerking krijgt binnen onze school. Waar het om gaat is dat er voor elke leerling voldoende uit het onderwijs te halen is. De basisondersteuning die wij bieden is passend bij de leerling populatie, dit kan verschillen per groep. In eerste instantie gaan wij uit van de (grote) middenmoot per groep, hierop wordt de basisaanpak afgestemd. Bij de leerlingen die buiten deze middenmoot vallen differentiëren we, resulterend in de daaromheen liggende extra ondersteuning. Interventies in de basisondersteuning zijn aanpassingen in:

– Onderwijsstructuur
– Aangepast lesmateriaal
– Ruimtelijke omgeving
– Instructievorm
– Onderwijstijd
– Toets afname
– Instructie- en verwerking
– Leerlijn

Extra ondersteuning

Extra ondersteuning: doelgroep interventies

De ondersteuningscyclus binnen onze school zorgt ervoor dat wij een groep in zijn geheel, en individuele leerlingen goed kunnen volgen in hun ontwikkeling. Driemaal per jaar bespreken de intern begeleider en de leerkracht van de groep de vorderingen en wordt het groepsplan met hierin afspraken over ontwikkeling, zo nodig bijgesteld. Soms blijkt dat de aangeboden basisondersteuning onvoldoende effectief is. Het kan gaan om bijvoorbeeld:

  • Leerlingen die inhoudsdoelen in een verhoogd tempo bereiken, waardoor zij kunnen verbreden of verdiepen.
  • Leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS).
  • Vermoeden van lees-/spellingproblemen en/of dyslexie.
  • Vermoeden van rekenproblemen en/of dyscalculie.
  • Vastgestelde hoogbegaafdheid of onderpresteren.
  • Sociaal-emotionele achterstand of onderpresteren.

Als de basisondersteuning voor een leerling onvoldoende effectief blijkt, kan extra ondersteuning voor de leerling worden ingezet. Daarbij is het van belang dat er vooraf een goede analyse is gemaakt van de pedagogisch of didactische ondersteuningsvraag van de leerling. Dit doen we door bijvoorbeeld aanvullende toetsen af te nemen. Als de hulpvraag in kaart is gebracht, bieden wij ondersteuning op het gebied van leer- en/of gedragstaken. Binnen onze school is de volgende expertise aanwezig:

  • Meer- en hoogbegaafdheidsspecialist.
  • Leerkrachten zijn geschoold in de sociaal-emotionele methode “Dierenvriendjes”.
  • Rots en Water trainer.
  • Expertise op het gebied van lees-spellingsproblemen en dyslexie.
  • Expertise op het gebied van rekenproblemen en dyscalculie.

Bij voorkeur vindt de begeleiding plaats in de klas, bijvoorbeeld door onze remedial teacher. Wij hebben een nauwe samenwerking met verschillende externe partners, die wij inzetten als dit nodig is.

Extra ondersteuning – intensieve individuele interventies

In enkele gevallen kan onze school het pedagogisch-didactische aanbod niet passend maken voor een leerling. Dit kan het geval zijn als;

  • De problematiek te complex wordt en niet meer door een leerkracht kan worden ondervangen.
  • Interventies niet het gewenste resultaat opleveren.
  • Onze school niet meer kan zorgen voor ontwikkeling.
  • Het welbevinden van een kind of het functioneren van een groep in gevaar komt. 

Als de doelgroep interventies onvoldoende effect hebben, zijn intensieve individuele interventies nodig. Deze interventies zijn complexer en de aanpak vereist maatwerk. In bovenstaande gevallen zal de intern begeleider samen met de ouders van de leerling bij het samenwerkingsverband Passend Onderwijs IJmond onderzoeken welke intensieve individuele interventies kunnen worden ingezet. Mogelijk kan een toelaatbaarheids-verklaring speciaal onderwijs worden aangevraagd. Dit is altijd in samenspraak met de ouders van een leerling.

Samenwerking externe partijen

Soms lijken individuele of groepen leerlingen niet genoeg te profiteren van het onderwijs op onze school: hun ontwikkeling stagneert. Dat kan komen door veel verschillende redenen, bijvoorbeeld als een leerling een taalontwikkelingsstoornis heeft, zich op sociaal of emotioneel vlak leeftijd inadequaat ontwikkelt, tijdens de les onder zijn niveau presteert of juist hoogbegaafd is. Als dit gebeurt, dan gaan we als school in gesprek met de ouders (en leerling zelf) om te kijken welke stappen we kunnen nemen. Allereerst analyseert de intern begeleider waar de ontwikkeling stagneert en wat mogelijke verklaringen hiervoor zijn. Als dit in kaart is gebracht, bepalen wij wat er nodig is om op eventuele achterstanden of voorsprongen in de ontwikkeling van leerlingen in te spelen. Al deze gegevens worden vervolgens in een ontwikkelingsperspectief beschreven. Dit ontwikkelingsperspectief stellen wij op en bespreken wij met ouders. We nemen echt de tijd om dit veelal precaire proces zorgvuldig en samen te doorlopen.

In de begeleiding van onze leerlingen kunnen we de expertise van het samenwerkingsverband passend onderwijs, de gemeente en zorginstanties inzetten. Zij hebben een breed netwerk van professionals met verstand van verschillende ontwikkelingsgebieden bij kinderen. Hierdoor krijgt een leerling de ondersteuning die zij nodig hebben om het onderwijsprogramma beter te kunnen doorlopen. In de kwaliteitskaart samenwerking met externe partijen staat beschreven met welke partijen wij samenwerken en waarvoor wij ze inzetten.

De ambitie van de Schoolwerkplaats is om de komende jaren de samenwerking met de externe partijen te optimaliseren. In de overleggen zal er onderzocht worden hoe er ook preventief gewerkt kan worden aan leerling ondersteuning.